Het vraagstuk
Hoe krijgen we meer zicht en grip op ons verzuim en hoe zorgen we ervoor dat we (gaan) voldoen aan de Wet Verbetering Poortwachter?
De aanpak
Er is gestart met een inventarisatie, waaruit al snel bleek dat de organisatie een aantal korte verzuimgevallen kende. Daarnaast waren er enkele medewerkers die “in het tweede ziektejaar zaten” en een aantal zat zelfs al in het derde ziektejaar.
Hierop is besloten om te starten met het bewust onder de aandacht brengen van het (nieuw door ons geschreven) verzuimprotocol bij managers. En daarnaast het blijven aankaarten van welke rol zij hierin speelden. Door de vele wisselingen van managers was bij sommigen van hen niet bekend welke medewerkers eigenlijk als ziek stonden geregistreerd. Waardoor met deze mensen ook al enige tijd geen contact was geweest. Tenslotte werden wekelijkse gezamenlijke overleggen ingepland met alle managers en de Arbodienst, om nog meer bewustwording rondom dit onderwerp te creëren.
Naast deze overleggen is in het kader van casemanagement gekozen voor een individuele aanpak per medeweker. Dit houdt in dat iedere medewerker die verzuimt na twee weken door een casemanager zal worden begeleid. Op deze manier is inzicht en grip op verzuim gecreëerd binnen de organisatie, waardoor dit direct vanaf de start effectief wordt aangepakt.
Het resultaat
Inmiddels voldoen alle langdurige verzuimgevallen volledig aan de Wet Verbetering Poortwachter, waarbij zowel spoor 1 als spoor 2 worden gevolgd. Daar waar het duidelijk is dat het volgen van spoor 1 geen structurele re-integratie mogelijkheden biedt, wordt direct overgegaan op spoor 2, met alle bijbehorende activiteiten.
Verder is door deze aanpak en continue aandacht het verzuim binnen de organisatie beperkt geworden. Door in een zo vroeg mogelijk stadium helderheid te krijgen kun je je medewerkers effectiever laten re-integreren. Helderheid verschaffen en duidelijke communicatie naar de leidinggevende, medewerker en Arbodienst is daarom de basis om verzuim efficiënt en effectief aan te pakken.